Aan de oppervlakte van het water is de druk circa 100 kilopascal. 100 kilopascal is 100 000 N/m2 en dat is 1 bar (bar is inmiddels een afgeschafte eenheid).

Hoe meer je naar beneden gaat hoe hoger de druk wordt. Als je op de top van een hoge berg staat is de luchtdruk dan ook lager dan als je beneden aan de berg staat. Een regel is dat bij elke 10 meter daling de druk met één bar toeneemt. Dit is een makkelijk te leren en makkelijk toe te passen. Dus als je 40 meter diep duikt, is de druk op jouw lichaam circa 5 bar (1 bar luchtdruk + 4 bar waterdruk). Op elke cm2 van je lichaam werkt een kracht van 40 N ( N= Newton). Op je hele lichaam werkt een kracht van circa 700 kN (kN= kilo Newton). Die kracht kan een massa van 70 ton optillen.

Dat je zelf niet wordt platgedrukt, komt omdat je zelf voor het grootste deel uit water bestaat dat je niet kan samendrukken. Je lichaam kan heel goed tegen hoge druk. Maar je longen, mond-, neus-, keel- en oorholte moeten dezelfde druk aannemen als het water. Als je bijvoorbeeld druk van 4 bar op de ‘buitenkant’ van oor krijgt en niet aan de binnenkant van je oor, doet dat heel erg pijn. Je voelt het ook wel als je in het vliegtuig zit en dan gaat opstijgt. Je moet dus zorgen dat je aan beide kanten van je oor dezelfde drukgrootte hebt. Je moet dus op 30 m diepte lucht inademen met een druk van 4 bar. Dat is door middel van een drukregelaar (zie afbeelding) goed te doen. Een drukregelaar zit ook op een duikfles. Maar als je lucht onder hoge druk inademt, zullen gassen – met name stikstof – in je bloed oplossen. Als de druk dan weer daalt, doordat je naar boven zwemt, komt het opgeloste gas vrij in de vorm van gasbelletjes. Deze gasbelletjes worden steeds groter als de druk steeds meer daalt. Als de belletjes in je bloed terecht komen kan dat heel gevaarlijk zijn. Ze kunnen nauwe bloedvaten verstoppen. Als z’n gasbel in een hartspier of in je hersenen terecht komt kan het dodelijk zijn. Een gevaar bij de duiksport is dan ook de decompressieziekte of caissonziekte. Er ontstaan dan gasbelletjes in je bloed, doordat de druk daalt. Als je langdurig diep onder water hebt gezeten en dan weer naar boven wilt gaan, moet je zeer geleidelijk en planmatig weer naar het oppervlakte stijgen. Dan heeft de opgeloste stikstof de gelegenheid om via je longen je lichaam te verlaten.

Je kan ook stikstof voor helium vervangen. Dit is veiliger dan stikstof. Je ademt dan namelijk een mengsel van helium en zuurstof in. Het helium lost veel minder makkelijk in je bloed op en dus heb je minder gauw decompressieziekte.